Door de resultaten van bedrijven uit te drukken in omzet en kosten per fulltime arbeidskracht (fte) zijn bedrijven te vergelijken. Voor een ondernemer is hiermee eenvoudig te bepalen waar het bedrijf staat. Een gemiddeld cumelabedrijf behaalt per medewerker ruim € 190.000,- aan omzet en aan bruto marge realiseert het een omzet van bijna € 125.000,-. De vraag is hoe de kengetallen zijn bij agrarische loonbedrijven, gemengde bedrijven en grondverzet- en cultuurtechnische bedrijven? Deze vraag beantwoorden we via een aantal artikelen die de komende maanden in Grondig verschijnen.
De bedrijven met het hoogste rendement zijn in staat om een hoge omzet te genereren met lage machinekosten
In dit artikel gaan we in op de kengetallen per fte van agrarische loonbedrijven. In de tabel is de winst- en verliesrekening weergegeven van vijf groepen agrarische loonbedrijven. Het gaat om een groep met alle deelnemers aan Cumela Kompas (79 bedrijven) en vier groepen waarbij de bedrijven zijn ingedeeld naar rendement. Het gaat om een groep met dertien bedrijven met een rendement van min tien tot min vijf procent (dertien bedrijven), min vijf tot nul procent (22 bedrijven), nul tot vijf procent (25 bedrijven) en vijf tot tien procent (negen bedrijven). Hierbij zijn de bedragen per fulltime arbeidskracht weergegeven. Ook is het percentage van de bruto marge weergegeven.
Kengetallen per fte
Bij een gemiddeld agrarisch loonbedrijf zijn inclusief de ondernemers gemiddeld 11,9 fte werkzaam. Door agrarische loonbedrijven wordt gemiddeld een omzet behaald van € 180.191,- per fte. Wanneer we hier de inkoop van hulp- en grondstoffen en werk door derden van aftrekken, blijft een bruto marge over van € 135.499,-. Dit is hoger dan gemiddeld in de sector, wat komt door een hoger aandeel machinekosten in het tarief. De grootste kostenposten zijn uiteraard de arbeids- en machinekosten. De gemiddelde arbeidskosten inclusief de eventuele vergoeding voor een niet-betaalde ondernemer bij een eenmanszaak of vennootschap onder firma bedragen € 49.123,- per fte, terwijl de machinekosten € 71.057,- per fte zijn. Deze machinekosten zijn bijna € 18.000,- per fte hoger dan gemiddeld in de cumelasector. Agrarische loonbedrijven behalen gemiddeld een bedrijfseconomische winst van € 510,- per fulltime arbeidskracht. Het rendement is met 0,4 procent van de bruto marge lager dan gemiddeld in de sector (5,4 procent).
Wanneer het tarief goed is, zijn de brandstofkosten in verhouding ook laag

Hoog of laag rendement
Wat zijn de verschillen tussen bedrijven met een hoog en een laag rendement? Wanneer we de tabel bekijken, zien we weinig verschil in de arbeidskosten per fte. Wel valt op dat de bedrijven met een rendement tussen min vijf en min tien procent duidelijk lagere arbeidskosten hebben. De lagere arbeidskosten leiden echter niet tot een goed resultaat. Wel zien we een duidelijk verschil in de bruto marge per fte. De twee groepen bedrijven met een rendement groter dan nul procent behalen een duidelijk hogere bruto marge van ongeveer € 140.000,- dan bedrijven met een lager rendement (circa € 130.000,-).
Wanneer we vervolgens de machinekosten per fte bekijken, zien we dat deze overal vrijwel gelijk zijn en rond de € 70.000,- per fte liggen. Alleen de bedrijven in de groep hoogst renderende bedrijven hebben duidelijk lagere machinekosten (€ 66.000,- per fte). Zowel de afschrijvingen, brandstofkosten, verzekeringen als inhuur liggen bij deze bedrijven lager dan bij de bedrijven met een rendement van nul tot vijf procent. Alleen de reparatie- en onderhoudskosten liggen een fractie hoger. Bedrijfskundig adviseur Ad Karelse heeft daarvoor wel een verklaring. “De bedrijven met het hoogste rendement zijn in staat om een hoge omzet te genereren met lage machinekosten”, zegt hij. “Kortom, een efficiënt machinepark, dat past bij de activiteiten die het bedrijf uitvoert.”
De verhouding bruto marge ten opzichte van de boekwaarde ligt bij de hoogst renderende bedrijven op 1,3, terwijl dit bij de andere bedrijven rond de 0,9 ligt
De lagere afschrijvingen zijn vooral het gevolg van een goede machinebenutting. Het betekent dat de meeste machines goed rendabel zijn en er geen overcapaciteit is. We zien dit ook terug in de verhouding van de bruto marge tot de boekwaarde. Deze ligt bij de hoogst renderende bedrijven op een factor 1,3, terwijl dit bij de andere bedrijven rond de 0,9 ligt. Ook de lage rentekosten bij de bedrijven met een hoog rendement wijzen op een goede machinebenutting. Het betekent dat met name machines waarvan de benutting onder de maat is langer meegaan. Dat ook de kosten voor reparatie en onderhoud in verhouding tot de bruto marge bij deze bedrijven lager zijn, laat zien dat deze bedrijven goed georganiseerd zijn. Er wordt goed en kostenbewust onderhoud gepleegd. Alleen de bedrijven met een rendement van nul tot vijf procent hebben iets lagere onderhoudskosten, doordat deze bedrijven mogelijk minder lang doorrijden met de machines en gemiddeld genomen een iets jonger machinepark hebben.
Bij een bruto marge van meer dan € 140.000,- en arbeids- en machinekosten van € 115.000,- per fte heb je een uitstekend bedrijfseconomisch rendement van € 10.000,- per werknemer
Een tweede aspect dat opvalt, zijn de lagere brandstofkosten, ondanks fors meer omzet. Voor bedrijfskundig adviseur Ad Karelse zijn hiervoor meerdere redenen te noemen. “De belangrijkste is misschien wel het tarief”, geeft hij aan. “Wanneer het tarief goed is, zijn de brandstofkosten in verhouding ook laag. We zien dit terug in de brandstofkosten per bruto marge. Deze bedragen bij de hoog renderende bedrijven 15,5 procent, terwijl dit bij laag renderende bedrijven zelfs 18,6 procent is (let op: voor alle bedrijven zijn deze in 2022 fors gestegen). Een andere factor die mogelijk een rol speelt, is dat de werknemers zich meer bewust zijn van het brandstofverbruik. Dit geldt voor de chauffeurs, maar ook voor de planning. Door een strakke planning is de transporttijd beperkt. Dit scheelt naast onproductieve uren ook in het brandstofverbruik”, aldus Karelse. Tot slot zijn ook de verzekeringskosten per bruto marge het laagst bij de bedrijven die een hoog resultaat behalen. Ook dit heeft ermee te maken dat het machinepark goed is afgestemd op de hoeveelheid werk die er is.
Meer winst per arbeidskracht
De conclusie die we mogen trekken, is dat hoog renderende agrarische loonbedrijven per arbeidskracht meer omzet en juist lagere machinekosten realiseren. Per saldo resulteert dit in een ruim € 9.000,- hoger bedrijfseconomisch resultaat per fulltime arbeidskracht ten opzichte van het sectorgemiddelde. Bij een bruto marge van meer dan € 140.000,- en arbeids- en machinekosten van € 115.000,- per fte heb je dan als agrarisch loonbedrijf een uitstekend bedrijfseconomisch rendement van € 10.000,- per werknemer.
Tot slot valt op dat bedrijven met een rendement van boven de tien procent gemiddeld genomen kleiner zijn en mogelijk meer gespecialiseerd zijn. Dat is de moeite waard om eens over na te denken. Hoe zie ik mijn toekomst en die van het bedrijf? Waar liggen mijn kansen en moet ik altijd alles willen aanbieden?