Datum: 9 april 2024
Laatst bijgewerkt: 9 april 2024
Door: Corina van Zoest-Meester
Het verkeer kan chaotisch zijn. Auto’s, fietsers en voetgangers komen van alle kanten op je af. Rondom goed zicht zorgt voor overzicht en daarmee verklein je de kans op een aanrijding. Alles draait om zien en gezien worden en om het maken van oogcontact!
Streef naar het maximale zicht
Controleer voor je aan het werk gaat of de spiegels en camera’s goed afgesteld staan:
- Tractor: zorg dat je via de spiegels aan beide kanten langs de hele combinatie kunt kijken, zodat je bijvoorbeeld een fietser kunt zien. Dit kan alleen als de spiegels ver genoeg naar buiten staan (zie afbeelding).
- Zelfrijdende werktuigen, zoals een shovel, graafmachine of bietenrooier: zorg dat je rechts naast je machine kunt kijken. Hiervoor wordt een trottoirspiegel aan de rechterkant gebruikt.
- Op de afbeeldingen zie je in de groene vlakken het minimale wettelijk verplichte zichtveld. Meer zicht is natuurlijk altijd beter.
Voorkom belemmering van het zicht
- Haal voorwerpen weg die het zicht naar voren of opzij belemmeren.
- Voorkom dat uitrustingsstukken of voertuigdelen meer dan 3,50 meter voor het hart van het stuurwiel uitsteken. Als dat niet anders kan, plaats je extra spiegels of camera’s aan de voorkant. Hierdoor kun je naar links en rechts kijken als je de weg op rijdt. Geen extra spiegels? Laat je dan begeleiden door een collega.
- Rijd bij voorkeur vooruit. Moet je toch achteruit rijden, dan is bij onvoldoende zicht achter de wielen begeleiding door een collega verstandig.
Zorg voor schone ramen
- Controleer de werking van de ruitenwisser en het niveau van de ruitensproeiervloeistof.
- Neem poetsmateriaal mee om de ramen schoon te kunnen maken. Maak ze altijd schoon als het zicht kan worden verbeterd. Dit maakt het oogcontact gemakkelijker.
Ga nooit rijden als je niet voldoende zicht hebt. Meld een beschadiging of verkleuring van de ruiten en bespreek problemen met het zicht altijd met je werkgever. Zoek samen naar een goede oplossing.
Wees alert!
- Maak oogcontact met collega’s die rond de machine werken. In het verkeer is het maken van oogcontact met andere bestuurders en voetgangers ook belangrijk. Dit geldt altijd en vooral bij afslaand of overstekend verkeer.
- Als het niet lukt om oogcontact te maken, ga er dan van uit dat de medeweggebruiker je niet heeft gezien. Ga hier bij kinderen altijd van uit. Een kind heeft geen besef van een eventuele dode hoek.
- Houd je ogen altijd op de weg. Laat je niet afleiden door je telefoon.
