

Een belangrijk en eenvoudig kengetal om de machinebenutting van bedrijven te beoordelen, is de bruto marge ten opzichte van de boekwaarde van de machines, legt Heins uit. “Bij de grondverzet- en gemengde bedrijven is dit tussen 2018 en 2020 duidelijk gedaald. Dit zien we ook in de investeringen, want deze liggen in 2020 op respectievelijk 153 procent en 126 procent van de afschrijvingen, terwijl dit voor de agrarische loonbedrijven uitkomt op ruim 112 procent.
Als de netto investeringen groter zijn dan de afschrijvingen betekent dit een uitbreiding of een verjonging van het machinepark. Wanneer de omzet echter onvoldoende meegroeit, daalt het verhoudingsgetal. Ook de steeds duurder wordende machines kunnen een rol spelen als bedrijven de indexatie hiervoor onvoldoende toepassen.
Wat onveranderd blijft, is bij dit kengetal het grote verschil tussen de agrarische loonbedrijven en de grondverzetbedrijven. In 2020 is de bruto marge per boekwaarde bij grondverzetbedrijven 1,6 maal de boekwaarde, terwijl deze factor voor agrarische loonbedrijven op 1,1 uitkomt. Een voorbeeld: bedraagt de boekwaarde € 100.000,-, dan behalen de grondverzetbedrijven hiermee € 160.000,- bruto marge. Bij de agrarische loonbedrijven ligt dat op € 110.000,-. De verklaring is dat de agrarische sector duidelijk kapitaalintensiever is, de aanschafwaarde van het materiaal hoger en dat er relatief meer machines nodig zijn om het werk uit te voeren. Ook het korte seizoen waarin de omzet kan worden gehaald, heeft een negatieve invloed.
De cijfers zijn gebaseerd op de gegevens van 97 bedrijven die van 2018 tot en met 2020 hebben deelgenomen aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas. Tot de boekwaarde worden de machines, de transportmiddelen en de inventaris gerekend.
Wil je weten hoe jouw kengetallen over 2020 zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas. Neem hiervoor contact op via de Ondernemerslijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar [email protected].
